De volgende smeekbede moeten de leraren en de vrienden dagelijks lezen:
O Gij vriendelijk Heer! Lof zij U dat Gij ons de weg van leiding hebt gewezen, de deuren van het koninkrijk hebt geopend en Uzelf hebt geopenbaard door de Zon van Werkelijkheid. De blinden hebt Gij zicht gegeven; de doven hebt Gij gehoor verleend; Gij hebt de doden doen herleven; Gij hebt de armen verrijkt; Gij hebt de verdoolden de weg gewezen; Gij hebt degenen met dorstende lippen naar de bron van leiding gevoerd; Gij hebt de dorstige vis vergund de oceaan van werkelijkheid te bereiken; en Gij hebt de dolende vogels naar de rozentuin van genade genood.
O Gij Almachtige! Wij zijn Uw dienaren en Uw nooddruftigen; wij zijn veraf en smachten naar Uw tegenwoordigheid, wij dorsten naar het water van Uw bron, wij zijn ziek en verlangen naar Uw genezing. Wij volgen Uw pad en hebben geen ander doel of andere hoop dan het verspreiden van Uw geuren, opdat elke ziel de roep “O God, leid ons tot het rechte pad” mag aanheffen. Mogen hun ogen worden geopend en het licht zien, en mogen zij worden bevrijd van het duister van onwetendheid. Mogen zij samenkomen rond de lamp van Uw leiding. Moge iedere misdeelde een deel ontvangen. Mogen de achtergestelden deelgenoot van Uw mysteriën worden.
O Almachtige! Zie naar ons met de blik van erbarmen. Verleen ons hemelse bevestiging. Schenk ons de adem van de Heilige Geest, opdat wij bijgestaan mogen worden in het U dienen en als stralende sterren met het licht van Uw leiding mogen schijnen in deze gebieden.
Waarlijk, Gij zijt de Krachtige, de Machtige, de Wijze en de Ziende.