Licht en glorie, groet en ere zij de Handen van Zijn Zaak, door wie het licht van standvastigheid heeft geschenen en de waarheid is vastgesteld dat de macht om te kiezen berust bij God, de Krachtige, de Machtige, de Onbeperkte, door wie de oceaan van gaven is aangezwollen en de geur van Gods genadige gunsten, de Heer der mensheid, is verspreid. Wij smeken Hem –verheven is Hij– hen te beschutten met de kracht van Zijn scharen, hen te beschermen met de macht van Zijn heerschappij en hen te helpen met Zijn onbedwingbare kracht die over al het geschapene heerst. De Heerschappij is aan God, de Schepper der hemelen en de Heer van het Koninkrijk van namen.
Tablets of Bahá’u’lláh, blz. 83