O Weergaloos Heer! Weest Gij een schuilplaats voor dit arme kind en een vriendelijke en vergevingsgezinde Meester voor deze dwalende en ongelukkige ziel. O Heer! Hoewel wij slechts nietswaardige planten zijn, behoren wij toch tot Uw rozengaard. Hoewel wij jonge boompjes zonder blad of bloesem zijn, maken wij toch deel uit van Uw boomgaard. Voed deze plant dan met de uitstortingen uit de wolken van Uw tedere genade en verfris en sterk deze jonge boom door de levengevende adem van Uw geestelijke lente. Laat hem oplettend, scherpzinnig en edel te worden, en geef dat hij het eeuwige leven mag verkrijgen en voor immer in Uw Koninkrijk mag verblijven.