O Gij glorierijkste Heer! Maak deze kleine dienares van U gezegend en gelukkig. Koester haar aan de drempel van Uw één-zijn en laat haar met volle teugen drinken uit de beker van Uw liefde, opdat zij vervuld mag worden van verrukking en vervoering, en zoete geuren mag verspreiden. Gij zijt de Machtige en de Krachtige, en Gij zijt de Alwetende, de Alziende.