Hij is de Machtige, de Verontschuldiger, de Meedogende!
O God, mijn God! Gij ziet Uw dienaren in de peilloze diepte van verderf en dwaling; waar is het licht van Uw goddelijke leiding, o Gij het Verlangen der wereld? Gij kent hun hulpeloosheid en hun zwakheid; waar is Uw kracht, o Gij in Wiens greep de krachten van hemel en aarde liggen?
Ik vraag U, o Heer mijn God, bij de pracht van het licht van Uw goedertierenheid en de golven van de oceaan van Uw kennis en wijsheid en bij Uw Woord waarmee Gij de volkeren van Uw heerschappij overtuigt, te geven dat ik mag behoren tot hen die zich aan de geboden in Uw Boek hebben gehouden. En bestemt Gij dan voor mij hetgeen Gij bestemd hebt voor Uw vertrouwelingen, zij die gedronken hebben van de wijn van goddelijke inspiratie uit de kelk van Uw genadegaven en die zich gehaast hebben naar Uw behagen te handelen en zich aan uw Verbond en Testament te houden. Krachtig zijt gij te doen naar Uw wil. Er is geen ander God dan Gij, de Alwetende, de Alwijze.
Bestem voor mij door Uw genade, o Heer, hetgeen mij zal doen gedijen in deze wereld en in de volgende, en mij nader tot U zal brengen, o Gij die de Heer aller mensen zijt. Er is geen ander God dan Gij, de Ene, de Machtige, de Verheerlijkte.