Geprezen zijt Gij, o Heer mijn God! Gij ziet en weet dat ik Uw dienaren heb gemaand zich in geen andere richting te wenden dan in de richting van Uw gaven, en hen heb bevolen niets anders in acht te nemen dan hetgeen Gij in Uw Duidelijke Boek hebt voorgeschreven, het Boek dat is neergezonden overeenkomstig Uw ondoorgrondelijk besluit en onherroepelijk plan.
Ik kan geen woord uiten, o mijn God, tenzij Gij mij dit toestaat, en ik kan mij in geen enkele richting begeven tot Gij mij toestemming verleent. Gij zijt het, o mijn God, die mij tot leven hebt geroepen door de kracht van Uw macht, en mij hebt begiftigd met Uw genade om Uw Zaak te openbaren. Ik ben daarom onderworpen aan tegenslagen die mijn tong beletten U te loven en Uw glorie te verheerlijken.
Alle lof zij U, o mijn God, voor de dingen die Gij voor mij hebt beschikt door Uw gebod en door de macht van Uw soevereiniteit. Ik smeek U mij en ook hen die mij liefhebben te sterken in onze liefde voor U en ons standvastig te laten blijven in Uw Zaak. Ik zweer bij Uw macht! O mijn God! Schande is het voor Uw dienaar om als door een sluier van U gescheiden te zijn, en roem is het voor hem U te kennen. Gewapend met de macht van Uw Naam kan niets mij ooit deren, en met Uw liefde in mijn hart kunnen alle rampspoeden van de wereld mij geenszins verontrusten.
Zend daarom neer, o mijn Heer, tot mij en mijn geliefden hetgeen ons zal beschermen tegen het kwaad van hen die Uw waarheid afwijzen en niet in Uw tekenen geloven.
Gij zijt waarlijk de Alglorierijke, de Almilddadige.