O Gij vriendelijke en liefhebbende Voorzienigheid! Het oosten is in beweging en het westen woelt als de eeuwige golven van de zee. De zachte bries van heiligheid verspreidt zich, en de stralen van de hemelbol van waarheid schijnen luisterrijk vanuit het ongeziene koninkrijk. De hymnen van goddelijke eenheid weerklinken en de vlaggen van hemelse macht wapperen. De engelenstem wordt aangeheven en roept als het gebulder van de leviathan op tot onbaatzuchtigheid en zelfuitwissing. De triomferende uitroep Yá Bahá’u’l-Abhá weerklinkt van alle kanten, en de roep Yá ‘Alíyyu’l-‘Alá galmt door alle streken. Er beweegt niets in de wereld dan de glorie van de Betoveraar des harten, en buiten het aanzwellen van liefde voor Hem, de Onvergelijkelijke, de Welbeminde is er geen rumoer.
De geliefden van de Heer, met hun naar muskus geurende adem, branden als heldere kaarsen in iedere landstreek, en de vrienden van de Albarmhartige zijn als ontluikende bloemen te vinden in alle gebieden. Geen moment rusten zij; zij ademen slechts in gedachtenis aan U, en hunkeren slechts naar het dienen van Uw Zaak. In de weiden van waarheid zijn zij als kwinkelerende nachtegalen, en in de bloementuin van leiding zijn zij als felgekleurde bloesems. Met mystieke bloemen tooien zij de paden van de Tuin van Werkelijkheid; als wuivende cipressen staan ze langs de oevers van de rivier van Goddelijke Wil. Boven de horizon van het bestaan schijnen zij als stralende sterren; aan het firmament van de wereld fonkelen zij als luisterrijke hemellichamen. De manifestatie van hemelse genade zijn zij, het ochtendkrieken van het licht van goddelijke bijstand.
Geef, o Gij liefhebbend Heer, dat allen vastberaden en sterk mogen staan, stralend in eeuwigdurende pracht, zodat met iedere ademtocht een zachte bries vanuit de priëlen van Uw goedertierenheid mag zweven; dat er wolken vanuit de oceaan van Uw genade mogen ontstaan; dat de milde regen van Uw liefde verfrissing mag bieden, en de zefier het parfum uit de rozengaard van goddelijk eenheid mag verspreiden.
Verleen ons, o Meestgeliefde van de wereld, een straal van Uw Pracht. O Welbeminde van de mensheid, beschijn ons met het licht van Uw Aanschijn.
O almachtig God, beschermt Gij ons en weest onze toevlucht en, o Heer van het zijn, toon Uw macht en Uw heerschappij.
O Gij liefderijk Heer, in sommige regionen zijn opruiers werkzaam en actief, en zij richten dag en nacht zwaar onrecht aan. Tirannen liggen als wolven op de loer, en de onrechtmatig behandelde, onschuldige kudde kent hulp noch toevlucht. Jachthonden volgen het spoor van de gazelles van de velden van goddelijke eenheid, en de fazant in de bergen van hemelse leiding wordt achtervolgd door de raven van jaloezie.
O Gij goddelijke Voorzienigheid, behoed en bescherm ons! O Gij die ons schild zijt, red ons en verdedig ons! Bewaar ons onder Uw beschutting, en verlos ons met Uw hulp van alle kwalen. Gij zijt werkelijk de Ware Beschermer, de ongeziene Behoeder, de goddelijke Bewaarder en de hemelse, liefderijke Heer.