Ik smeek U, o mijn God, bij Uw verhevenste Woord, dat Gij hebt bestemd tot het goddelijke elixer voor allen die zich in Uw rijk bevinden, het elixer door welks kracht het ruwe metaal van het menselijk leven veranderd is in het zuiverste goud, o Gij in Wiens hand zich zowel de zichtbare als de onzichtbare koninkrijken bevinden, te beschikken dat mijn keuze in overeenstemming met Uw keuze zal zijn, en mijn wens met Uw wens; dat ik volkomen tevreden mag zijn met hetgeen Gij verlangt en geheel voldaan met hetgeen Gij in Uw milddadigheid en gunst voor mij hebt bestemd. Machtig zijt Gij te doen naar Uw wil. Gij zijt, in waarheid, de Alglorierijke, de Alwijze.
Prayers and Meditations, nr. 38 (gedeelte)