Hij is de Genadige, de Almilddadige!
O God, mijn God! Uw roep trok mij aan en de stem van Uw Pen van heerlijkheid heeft mij gewekt. De stroom van Uw heilige woorden heeft mij betoverd en de wijn van Uw bezieling heeft mij in vervoering gebracht. Gij ziet mij, o Heer, onthecht van alles buiten U, mij vastklemmend aan het koord van Uw milddadigheid en hunkerend naar de wonderen van Uw genade. Ik vraag U, bij de eeuwige golven van Uw goedertierenheid en het glanzende licht van Uw liefdevolle zorg en genegenheid, mij datgene te verlenen wat mij nader tot U zal brengen en mij rijk zal maken in Uw overvloed. Mijn spraak, mijn pen en mijn gehele wezen getuigen van Uw kracht, Uw macht, Uw genade en Uw milddadigheid, dat Gij God zijt en er geen God is buiten U, de Krachtige, de Machtige.
Ik getuig op dit moment, o mijn God, van mijn hulpeloosheid en Uw soevereiniteit, mijn zwakheid en Uw kracht. Ik weet niet wat mij ten goede komt of wat mij kwaad berokkent; Gij zijt waarlijk de Alwetende, de Alwijze. Beschikt Gij voor mij, o Heer, mijn God en mijn Meester, wat mij tevreden zal doen zijn met Uw eeuwige beschikking en mij zal doen gedijen in elk van Uw werelden. Gij zijt in waarheid de Genadige, de Milddadige.
Heer! Stuur mij niet weg van de oceaan van Uw rijkdom en de hemel van Uw genade, en beschik voor mij het goede van deze wereld en van het hiernamaals. Waarlijk, Gij zijt de Heer van de genadetroon, gezeteld in den hoge. Er is geen God dan Gij, de Ene, de Alwetende, de Alwijze.