Gij ziet, o mijn God, hoe de wandaden van diegenen Uwer schepselen die U de rug hebben toegekeerd tussen Hem in wie Uw Godheid zichtbaar is en Uw dienaren zijn gekomen. Zend tot hen neder, o mijn Heer, datgene waardoor zij zich slechts met elkanders zaken inlaten. Laat hun geweld dan tot henzelf beperkt blijven, zodat het gebied en zij die daar wonen rust mogen vinden.
Een van Uw dienaressen, o mijn Heer, heeft Uw gelaat gezocht en haar vlucht genomen tot de sferen van Uw welbehagen. O mijn Heer, onthoud haar de dingen niet die Gij hebt beschikt voor de uitverkorenen onder Uw dienaressen. Geef dan dat zij zo wordt aangetrokken door Uw woorden dat zij Uw lof onder hen zal verheerlijken.
Machtig zijt Gij te doen naar Uw behagen. Geen God is er dan Gij, de Almachtige, Wiens hulp allen afsmeken.